Hoe minder verzadigd vet je eet, hoe beter. Vaak kun je op het etiket van een
product zien hoeveel verzadigd vet erin zit. Lees daarom het etiket als je
boodschappen doet en vergelijk de hoeveelheid verzadigd vet.
Producten met veel verzadigd vet:
Vet vlees, zoals:
- Frikandel
- Hamburgers
- Salami
- Schouderkarbonade
- Shoarmavlees
- Slavinken
- Worst (alle soorten dus ook smeerworst en
boterhamworst)
- Roomboter en pakjes (harde) margarine
Volle zuivelproducten, zoals:
- Volle melk
- Volle yoghurt
- Volvette 48+ kaas
- Roomijs
Koek en andere extra’s, zoals:
- Chocolade
- Gebak
- Hartige snacks (zoals een saucijzenbroodje)
- Bladerdeegzoutjes (zoals een
kaasvlinder)
Onverzadigd vet is oké, want het verlaagt het
cholesterolgehalte in je bloed en verkleint daarmee het risico op
hart- envaatziekten. Onverzadigd vet levert ook essentiële vetzuren. Dat zijn vetzuren
die het lichaam niet zelf kan maken, maar ze zijn wel nodig voor een goede
gezondheid. Daarom moeten we ze via de voeding binnenkrijgen.
Er zijn
verschillende soorten onverzadigde vetzuren, zoals
linolzuur (n-6 vetzuur) en
visvetzuren (n-3 vetzuren). Visvetzuren hebben een positief effect op hart en
bloedvaten. Daarom is het advies om per week één tot twee keer vis te eten. Met
name vette vis, zoals makreel, zalm en haring, bevat veel n-3 vetzuren.
Producten met veel onverzadigd vet:
Olie en ‘zacht’ vet, zoals:
- Halvarine voor op brood
- Vloeibare bak- en braadproducten
- Plantaardige oliën
Vette vis zoals:
- makreel
- zalm
- haring
- sardines
Noten.
Vragen en antwoorden over dit onderwerp