Orthomoleculaire behandeling van cardiomyopathie en hartfalen

Een behandeling op basis van orthomoleculaire geneeskunde kan bij cardiomyopathie en hartfalen een genezingsproces in gang zetten waardoor de klachten kunnen verminderen en in veel gevallen een totale genezing kan optreden. De supplementen die bij orthomoleculaire geneeskunde worden gebruikt kunnen zonder bezwaar naast de reguliere medicatie worden toegepast. Het is wel verstandig om de cardioloog te laten weten dat u voedingssupplementen gebruikt.

Help anderen met hun gezondheid en deel deze informatie

Welkom op deze website
Alles over de ziekte
Alles over de behandeling
Consult aanvraag

10 stappenplan bij de behandeling van cardiomyopathie (hartfalen)

Orthomoleculaire behandeling van cardiomyopathie en hartfalen

Stap 1: Metabole cardiologie – een optimale energievoorziening binnen het hart

Er is door de studies rond Q10 en carnitine en het succes waarmee ze worden toegepast bij de behandeling van hart- en vaatziekten steeds meer aandacht voor een optimale energievoorziening van het hart.

Steeds meer cardiologen zijn er de laatste jaren daarom van overtuigd geraakt dat de behandeling van een “ziek hart” kan worden ondersteund door het verbeteren van de energieproductie binnen het hart. Deze nieuwe richting binnen de cardiologie wordt metabole cardiologie genoemd.

De volgende supplementen vormen de basis bij metabole cardiologie en mogen daarom bij de eerste stap niet ontbreken:


  • Q10

  • Carnitine

  • D-ribose

  • Magnesium

Introduceer deze supplementen een voor een. Neem voor elk supplement twee weken de tijd en introduceer dan het volgende supplement. Start met Q10, daarna Carnitine, D-ribose en magnesium als laatste. Neem 1 – 2 maanden pauze voordat u aan de volgende stap begint. De supplementen van de volgende stap worden toegevoegd aan de supplementen van deze stap.

Als uw situatie zo ernstig is dat u op de transplantatielijst bent opgenomen en dat er een kans bestaat dat u snel komt te overlijden introduceer de supplementen dan sneller en start direct met de volgende stap.

Resultaten van de behandeling: Als de behandeling aanslaat kunt u binnen 2 – 3 maanden een vermindering van de vermoeidheid en de kortademigheid verwachten. Na 6 – 9 maanden daalt de proBNP bloedwaarde en stijgt de pompfunctie. Na 1 – 2 jaar keert het hart terug naar normale grootte. Meer informatie staat in het resulaten archief. De meest recente resultaten vind u op het resultatenforum
.

Stap 2: Taurine – voor een functioneel tekort

Bij cardiomyopathie en hartfalen komen tekorten aan belangrijke bouwstoffen vaak voor. Terwijl het zieke hart eigenlijk meer bouwstoffen zou moeten krijgen om een genezingsproces in gang te kunnen zetten. Dit extra tekort zou je een functioneel tekort kunnen noemen. Taurine is een van de stoffen waarbij door cardiomyopathie of hartfalen een functioneel tekort kan ontstaan. Er is dan, ondanks dat bloeduitslagen een voldoende niveau aan taurine aangeven, meer taurine nodig.

Daarom wordt er in deze fase met taurinesuppletie gestart. Begin na twee weken met de volgende fase.

Stap 3: Vitamine D – tekorten aan vitamine D komen vaak voor

Vroeger werd gedacht dat vitamine D alleen belangrijk was voor een goede botopbouw. Maar nu blijkt het dat vitamine D in het lichaam ook vele andere belangrijke taken vervult. Dat is geen goed nieuws want de Gezondheidsraad meldt in 2008: “Een onvoldoende vitamine D-status komt onder alle lagen van de Nederlandse bevolking voor”.

Een groot aantal studies meldt dat een vitamine D deficiëntie mogelijk het risico op hart- en vaatziekten vergroot. Helaas kijkt de cardioloog meestal niet naar deze tekorten. Terwijl onderzoek toch aangeeft dat patiënten met hartfalen door extra vitamine D minder kans hebben te overlijden.

In deze fase worden vitamine D3 tekorten op een verantwoorde wijze aangevuld. Een optimale bloedwaarde voor vitamine D ligt tussen de 75 – 110nmol/L. Controleer na twee maanden via bloedonderzoek of de dosis moet worden aangepast.

Stap 4: Alfa-liponzuur, Vitamine C en E, preventie atherosclerose

Na 4 – 6 weken kan de vierde fase van het protocol worden geïntroduceerd: Alfa-liponzuur, vitamine E en vitamine C. Deze fase is vooral belangrijk voor patiënten die vermoeden dat cardiomyopathie veroorzaakt is door een hartinfarct. Alfa-liponzuur en vitamine E en C voorzien het lichaam van voldoend in water en in vet oplosbare antioxidanten. Hierdoor ontstaat er een grotere bescherming tegen de progressie (voortgang) van hart en vaatziekten.

Stap 5: Extra beweging

Als u zich na ongeveer 6 maanden beter begint te voelen overleg dan met de cardioloog of hij het goed vindt dat u extra gaat bewegen. Vaak is een half uur wandelen per dag (zeven dagen per week) al voldoende. raak tijdens het wandelen niet buiten adem, “walk and talk”.

Stap 6: Voeding

  • Zonnebloemolie waarschuwing. Eind vijftiger jaren begon de promotie: verzadigd vet is slecht, onverzadigd is goed. Zonnebloemolie en plantaardige margarine op basis van zonnebloemolie zouden het hart beschermen tegen ziekten, maar het omgekeerde was waar. Na de introductie van een groot aantal op zonnebloemolie gebaseerde producten nam de incidentie van hart en vaatziekten alleen maar toe. Nu blijkt dat zonnebloemolie, linolzuur, heel slecht is voor het hart. De linolzuur in zonnebloemolie veroorzaakt ontstekingen aan onze vaatwanden en arteriosclerose.

    Cardiologen behandelen cardiomyopathie patiënten soms met bloedverdunners zoals acenocoumarol om te voorkomen dat mogelijke bloedstolsels die worden gevormd in het slecht functionerende hart een herseninfarct kunnen veroorzaken. Veel multivitaminepreparaten bevatten echter vitamine K dat de werking van acenocoumarol vermindert. Vooral merken als Poolplus (drogist), Multi 35 Forte (DA), Multi totaal (Hema) en Ortho basis (AOV) bevatten veel vitamine K. Let daarom goed op bij uw multivitamine keuze en overleg zo nodig met de trombosedienst.

  • Eet meer essentiële vetzuren. Jaren werden patiënten door cardiologen geadviseerd weinig vet te gebruiken om hart en vaatziekten te voorkomen. Recent onderzoek geeft echter aan dat niet de hoeveelheid maar het soort vet dat wordt gegeten belangrijk is bij het verminderen van hart en vaatziekten. Voeding rijk aan onverzadigde omega-3 vetten blijken de kans op hart en vaatziekten te verkleinen. Vooral visvetten blijken erg gezond voor het hart te zijn. Eet daarom 2 – 3 maal vette vis per week. Overweeg visolie supplementen als dit niet haalbaar is. Extra visolie supplementen zijn met name belangrijk voor patiënten die nog steeds last hebben van hartritmestoornissen.

  • Eet minder koolhydraten. Atkins had dus al die tijd gelijk het ligt niet aan het vet maar aan de koolhydraten waardoor we dik worden. Volgens onderzoek van Acheson dat in juli 2004 werd gepubliceerd is voeding met weinig koolhydraten niet alleen aan te bevelen voor de behandeling van overgewicht maar vermindert deze voeding ook de kans op het krijgen van hart en vaatziekten. Auley komt tot dezelfde conclusie: dat voeding met weinig koolhydraten de kans op het verkrijgen van hart en vaatziekten vermindert.

  • Eet meer vezels. Volgens Dr Saskia van As, natuurgeneeskundig arts, is de consumptie van voldoende voedingsvezels de oplossing voor een groot aantal welvaartziekten, o.a. hart en vaatziekten. Vele wetenschappelijke studies onderschrijven deze visie. Voor mensen die bruinbrood eten heeft Dr. Van As slecht nieuws. Bruinbrood bevat te weinig vezels. Met twee bruine boterhammen kom je nauwelijks aan de 3 gram, terwijl de mens voor een goede gezondheid meer dan 50 gram per dag nodig heeft. Witbrood bevat zelfs maar 1 gram vezels per twee boterhammen. Rubio concludeert, in een onderzoek uit 2002, dat een gevarieerde hoeveelheid van 25 – 30 gram vezels per dag de kans op welvaartziekten zoals kanker, maagdarmziekten, diabetes en hart en vaatziekten kan verkleinen.

  • Eet voeding met een lage glycemische indexwaarde. De glycemische index (GI) geeft het effect weer dat een voedingsmiddel heeft op de bloedglucose waarde (bloedsuikerspiegel) twee of drie uur na consumptie. Koolhydraten die snel worden opgenomen en in glucose worden omgezet hebben een hoge glycemische index. De index geeft dus aan hoe snel koolhydraten worden omgezet in suikers. Liu S schrijft, in een onderzoek dat in juni 2000 gepubliceerd is, dat de Glycemische Index een duidelijke correlatie vertoont met de kans op het verkrijgen van hart en vaatziekten en diabetes type II. Voeding met een hogere GI vergroot de kans op deze ziekten.

Stap 7: Selenium – aanvulling van tekorten

Het gebruik van selenium wordt afgeraden voor jonge kinderen omdat het vaststellen van een juiste dosis voor deze patiëntengroep erg lastig is waardoor vergiftigingsverschijnselen kunnen optreden. Regelmatig onderzoek van lever en nieren is aan te bevelen als selenium toch bij deze jonge patiënten wordt ingezet.

Een tekort aan selenium kan cardiomyopathie veroorzaken. Helaas wordt het selenium gehalte in het bloed niet door een cardioloog gemeten. Daardoor wordt deze oorzaak gemist. Een Engels onderzoek geeft aan dat de bevolking gemiddeld maar 60mcg selenium per dag binnen krijgt, terwijl iedereen het er over eens is dat een dagwaarde hoger dan 100mcg veel beter zou zijn. De oorzaak van deze lage seleniumwaarde in de Engelse voeding wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een selenium tekort in de grond. In Nederland zal de situatie waarschijnlijk niet veel beter zijn.

Stap 8: DHEA – belangrijk voor patiënten ouder dan 50 jaar

Bloedonderzoek bij cardiomyopathie-patiënten geeft aan dat deze patiënten over het algemeen een lagere DHEA waarde hebben. De verlaging van de DHEA waarde komt overeen met de ernst van de cardiomyopathie. Waarschijnlijk is DHEA in staat om het hart te beschermen tegen vormverandering. DHEA is een hormoon, de waarde kan door middel van een eenvoudig bloedonderzoek worden vastgesteld. DHEA is alleen voor oudere patiënten een belangrijk onderdeel bij de behandeling van cardiomyopathie (hartfalen). DHEA wordt ook toegepast bij levensverlenging. DHEA is een geneesmiddel en moet door een arts voorgeschreven worden. De dosis is afhankelijk van de gemeten bloedwaarden.

Mannen met prostaatkanker of prostatitis mogen geen DHEA gebruiken. Mannen boven de 40 jaar moeten, als ze DHEA gebruiken, elk jaar hun PSA (Prostate Specific Anti-gen) niveau laten testen om prostaatkanker vroegtijdig te kunnen diagnosticeren.

Stap 9: Meidoornextract – verbetert de pompfunctie

Meidoornextract wordt niet gebruikt om tekorten aan bepaalde voedingstoffen aan te vullen. Het wordt in dit behandelingsprotocol ingezet zoals geneesmiddelen worden gebruikt bij de behandeling van cardiomyopathie of hartfalen. Pas dit middel daarom alleen toe als de andere stappen onvoldoende resultaat hebben opgeleverd. Meidoornextract verbetert met name de pompfunctie van het hart. Van meidoornextract is pas na 4 – 6 weken resultaat te verwachten.

Het gebruik van meidoornextract wordt afgeraden voor jonge kinderen omdat de eventuele bijwerkingen voor deze patientengroep onvoldoende in kaart zijn gebracht. Gebruik bij kinderen in eerste instantie de supplementen die bij metabole cardiologie behoren.

In Duitsland is meidoornextract een geneesmiddel dat kan worden voorgeschreven bij de behandeling van hartfalen klasse NYHA II. De Nederlandse overheid zou hier een voorbeeld aan kunnen nemen. Gebruik bij voorkeur het meidoorn WS 1442 extract. Deze vorm heeft de minste bijwerkingen.

Stap 10: Berberine – vermindert hartritmestoornissen

Hartritmestoornissen komen vaak voor bij patiënten met cardiomyopathie of hartfalen.

Het gebruik van magnesium, die in stap 1 werd ingevoerd, kan deze ritmestoornissen helpen verminderen. Magnesium speelt verder ook een belangrijke rol bij de behandeling van cardiomyopathie (gevolg van een infarct), de verlaging van de bloeddruk en het voorkomen van andere hart en vaatziekten.

Extra kalium kan hartritmestoornissen ook verminderen. Kalium is echter lastig via een supplement te doseren. Te veel kalium is namelijk niet goed. Daarom heeft kaliumrijke voeding hier de voorkeur. Er zit veel kalium in bananen, spinazie, in gedroogde abrikozen en in vruchtensap. Probeer eens of twee bananen en vijf abrikozen per dag een verbetering te weeg brengt. Kalium suppletie is alleen aan te bevelen onder begeleiding van een arts. Geef deze informatie aan uw arts.

Als met deze middelen onvoldoende resultaat behaald wordt, kan berberine worden ingezet. Berberine kan hartritmestoornissen die vaak voorkomen bij patienten met cardiomyopathie en hartfalen helpen verminderen. Berberine is met name geschikt bij het verminderen van de levensbedreigende ventriculaire tachycardie.

Ook kunt u lezen dat een patiënt met een ziek hart meer voedingsstoffen nodig heeft om een genezingsproces in gang te zetten dan iemand die geheel gezond is. Daarom is het jammer dat cardiologen de conventionele geneesmiddelenbehandeling niet aanvullen met een goed voedings- en supplementadvies. Vooral omdat deze extra interventie voor de patiënt geen enkele risico’s met zich meebrengt



Google