Orthomoleculair een goede aanvulling op reguliere geneeskunde
Het is nu zo dat reguliere en orthomoleculaire artsen niet veel van elkaar willen weten. Orthomoleculaire artsen zullen bijna nooit gebruik maken van effectieve farmaceutische geneesmiddelen, huisartsen en specialisten zullen bijna nooit vitamines voorschrijven om een ziekte te genezen. Bovendien hebben beide geneeskundige visies (orthomoleculair en regulier) hun sterke maar ook hun zwakke kanten. Diabetes type I is bijvoorbeeld orthomoleculair gezien niet te genezen. Een reguliere behandeling met insuline staat hier centraal. Op het gebied van preventie en behandeling van diabetische complicaties zijn er geen mogelijkheden op regulier gebied maar biedt de orthomoleculaire geneeskunde verschillende behandelingsmethoden.
In mijn visie zijn we veel beter af als we beide geneeswijzen combineren. Een goed voorbeeld hiervan is de ondersteuning van een neuropathiebehandeling met Alfa Liponzuur. Met alfa liponzuur kunnen we neuropathie als complicatie van diabetes voorkomen en de klachten van een bestaande neuropathie, in samenwerking met reguliere middelen, sterk verminderen.
Orthomoleculaire geneeskunde kan altijd worden toegepast als aanvulling op de reguliere geneeskunde, uitgevoerd door huisartsen en specialisten. Daarom wordt orthomoleculaire geneeskunde ook vaak “complementaire geneeskunde” genoemd.